Terug aan het bed: 'Eens een verpleegkundige, altijd een verpleegkundige'

Alle BIG-geregistreerde verpleegkundigen zijn hard nodig om de corona-crisis te mannen. Brigitha Nuijens, Charlotte Levering en Marije van der Terp hebben binnen Noordwest al jaren een ander vak. Toch meldden zij zich zonder enige twijfel direct aan bij het coronaplanbureau. Met de insteek ‘je nuttig maken waar het heel hard nodig is’, hebben ze hun eerste diensten al gedraaid. Over het respect dat zij voor hun collega-verpleegkundigen hebben en hoe het werk alweer vertrouwd voelt.

Brigitha is docent praktijk- en nascholing bij Noordwest Academie, het opleidingsinstituut van het ziekenhuis. ‘Tot 8 jaar terug was ik verpleegkundige. Op het moment mag ik door de maatregelen tegen samenscholing geen onderwijs geven. Als hand aan het bed hoop ik meer te kunnen betekenen. Ik vind het fijn om weer patiëntencontact te hebben.’ 
‘Natuurlijk is het wel weer wennen’, zegt Brigitha. ‘Met de theoretische kennis zit het goed, maar een nacht meedraaien op de acute opname afdeling (AOA) met coronapatiënten is iets anders. Ik merk toch dat het vaak en veel uitoefenen je de snelheid in je handelingen geeft. Vooral het werken met het ziekenhuisinformatiesysteem HiX en het snel invoeren van medicatie kost mij nog meer tijd. Gelukkig loop ik met heel ervaren collega’s mee, zodoende ben ik zelf even een beetje leerling. Daar zit ook eigenlijk mijn enige frustratie. Mijn collega’s zijn stuk voor stuk verantwoordelijke professionals, ze begeleiden me ondanks de geringe tijd die ze hebben heel goed. Maar ik ben nog niet de verpleegkundige die ik wil zijn. En omdat het druk is draai je natuurlijk liever als volledige kracht mee.’

Vanzelfsprekend
Als beleidsmedewerker kwaliteit voelden voor Marije van der Terp de eerste diensten als verpleegkundige op de AOA nog als ‘een beetje roestig’. Maar door jarenlange ervaring en als leidinggevende betrokken te zijn gebleven bij zorg en vakinhoudelijke taken ervaart zij het verpleegkundige vak nu alweer als redelijk vertrouwd. ‘Eigenlijk heb ik direct op de oproep voor BIG-registreerden bij het coronaplanbureau gereageerd. Het voelde vervelend om vanuit huis te werken terwijl mijn BIG-registratie actueel is en ik bevoegd ben.’
‘Ik vind het vanzelfsprekend dat ik mijn steentje nu bijdraag’, stelt Marije. ‘Omdat je tijdens de diensten wordt gekoppeld aan een heel ervaren - lees bekwame - collega bouw je al snel weer je vertrouwen op. Het uiteindelijke verplegen verleer je niet. Wel moet je leren met HiX te werken. Ik vind het heerlijk om op de AOA ingezet te worden. Het geeft me een heel goed en nuttig gevoel. Mijn werk als stafmedewerker houd ik gewoon bij. Als dat vertraagt, vloeit er geen bloed uit. Mijn collega’s op de AOA staan onder veel druk. Geïsoleerd verplegen kost tijd en dan is het fijn dat je met meer man op de werkvloer staat. Ik ben blij dat ik op deze manier een steentje kan bijdragen. En ‘ja’ het vraagt wel wat schakelen, ook voor het thuisfront dat weer rekening moet houden met nacht- en wisseldiensten. Maar dat hebben we er wel voor over.’

Contactmomenten
Charlotte heeft afgelopen weken diensten gedraaid op de longafdeling en de AOA. In het normale leven werkt zij tegenwoordig als praktijkbegeleider. ‘De kennis en de kunde heb ik. En vele handen maken natuurlijk licht werk… Voorheen heb ik onder meer op de longafdeling gewerkt. Helaas ben ik niet bevoegd meer om alle handelingen te verrichten. Daarom is vooral zo’n eerste werkdag wel weer spannend. Je vraagt je af of je het nog wel kunt. Gelukkig voelt het snel weer vertrouwd op mijn oude afdeling. Bovendien word je gekoppeld aan een heel ervaren collega. Eenmaal bezig blijkt vanzelf hoe belangrijk alle handen zijn. Behalve dat ik onder de indruk ben van de inzet van alle collega’s, zie je ter plekke dat er ontzettend veel materiaal in deze situatie nodig is. Bij behandeling van coronapatiënten heb je gemiddeld zo’n 40 contactmomenten. Dat betekent 40 nieuwe schorten en toebehoren. Heel zieke patiënten verzorg je zelfs met zijn tweeën. Dan gaat het helemaal om enorme hoeveelheden materialen. Het is heel fijn om te merken dat je ook als oud-verpleegkundige echt kan bijdragen. Tijdens een van de afgelopen diensten was ik omloopverpleegkundige. Daardoor was ik in de gelegenheid om geïsoleerde patiënten toch aandacht te geven en met hen te praten. Dan weet je waarvoor je het doet.’