• NL

Heeft u reuma of heeft u klachten en krijgt u onderzoek, dan zit u waarschijnlijk met veel vragen. We hebben de meest gestelde vragen die binnenkomen op de polikliniek reumatologie hieronder per onderwerp verzameld. Lees ook de veelgestelde vragen op de website van de patiëntenorganisatie ReumaNederland.
 

 

Algemene vragen over reuma

  1. Wat is reuma?
    ‘Reuma’ is een verzamelnaam voor allerlei aandoeningen van spieren, pezen, gewrichten en botten in ons lichaam, het zogenoemde houdings- en bewegingsapparaat, die niet door een ongeval worden veroorzaakt.
    U vindt veel informatie over reuma op de website ReumaNederland (voorheen Reumafonds)
    Met de gratis Reuma app krijgt u informatie en tips die op uzelf van toepassing zijn.
    Over osteoporose leest u informatie op de website van de Osteoporose Vereniging
     
  2. Wanneer moet ik naar de reumatoloog?
    Bij klachten van het bewegingsapparaat bezoekt u in eerste instantie de huisarts. In de meeste gevallen kan de huisarts een juiste diagnose stellen en adviezen geven of behandeling starten. Bij twijfel over de aard van de aandoening of onvoldoende resultaat van de behandeling kan de huisarts een advies vragen van de reumatoloog. De reumatoloog zal u meestal eerst 1 of 2 keer op het spreekuur moeten onderzoeken. Met een advies van de reumatoloog kan de behandeling vervolgens door de huisarts verder overgenomen worden.
    Bij chronische reumatische aandoeningen die gepaard gaan met ontstekingen van bijvoorbeeld pezen of gewrichten, dan blijft u bij de reumatoloog voor de behandeling en de controle.
    Bent u terugverwezen naar de huisarts, maar is het nodig om de klacht opnieuw te beoordelen, dan heeft u een nieuwe verwijzing van uw huisarts nodig.
    Als u een andere klacht heeft dan waarvoor u eerder verwezen bent, heeft u ook opnieuw een verwijzing van uw huisarts nodig.
     
  3. Wat kan een reumaverpleegkundige voor mij betekenen?
    De reumaverpleegkundige geeft advies, instructie en voorlichting over de ziekte en de mogelijke gevolgen daarvan. Denk hierbij aan: informatie over het ziektebeeld, medicatie, omgang met vermoeidheid en pijn en ondersteuning bij de aanvragen van hulp(middelen) en aanpassingen. In een intakegesprek kijkt de reumaverpleegkundige samen met u welke hulp of begeleiding u nodig heeft.
     
  4. Ik heb 'reuma' in het bloed, heb ik dan reuma?
    Reumafactoren zijn antistoffen tegen menselijke eiwitten. Ze worden vooral gevonden in het bloed van mensen met reumatoïde artritis (RA). Daarnaast kunnen ze echter ook bij andere ziektebeelden worden gevonden. Ze komen soms zelfs voor bij gezonde mensen. Ongeveer 70% van de patiënten met reumatoïde artritis heeft reumafactoren. In 30% van de patiënten met RA worden geen reumafactoren gevonden. Ongeveer 2-5% van de gezonde mensen heeft reumafactoren zonder dat er sprake is van een reumatische ziekte. Als u 'reuma' in het bloed heeft, betekent dit dus lang niet altijd dat er sprake is van een reumatische ziekte.
     
  5. Ik ben reumapatiënt. Moet ik mijn kinderen laten testen of zij het óók krijgen?
    Bij een aantal vormen van reuma speelt erfelijkheid een rol, maar bij veel vormen niet. Daarnaast zijn er nog andere factoren van belang bij het ontstaan van de ziekte. Er zijn géén betrouwbare testen beschikbaar waarmee je kunt voorspellen of een kind later eenzelfde vorm van reuma zal krijgen als zijn moeder of vader. Testen van kinderen is dus niet zinvol. Daarnaast is er geen bewijs beschikbaar waaruit blijkt dat behandeling met medicijnen vóórdat verschijnselen van de ziekte zich openbaren zinvol is. Dit betekent dus, dat behandeling voor chronische reumatologische aandoeningen pas start, op het moment dat u klachten krijgt. Dus al zou betrouwbare screening op aanleg voor ontwikkeling van reuma in de toekomst mogelijk zijn dan heeft het nog geen meerwaarde.
     
  6. Zijn dieetmaatregelen zinvol voor patiënten met een vorm van reuma?
    Optimale voeding is voor iedereen van belang, zowel voor gezonde als voor zieke mensen. Voor de meeste reumatische aandoeningen heeft een speciaal dieet geen effect op het ziekteproces. Slechts voor enkele aandoeningen zijn dieetadviezen wel zinvol, zoals jicht en osteoporose. Het verlagen van de urinezuurspiegel kan door verminderen/mijden van purinerijke voedingsmiddelen zoals alcohol, rood vlees, vette vissoorten zoals haring en makreel en peulvruchten.Om botten zo sterk mogelijk te houden is ongeveer 1000-1200 mg calcium per dag nodig. Gebruik voldoende zuivelproducten zoals melk, vla en kaas. Ook voldoende vitamine D is van belang (halvarine, zonlicht). Ten slotte: stop met roken.
     
  7. Mag ik met reuma werken en sporten?
    In het algemeen geldt, dat op een goede manier in beweging blijven van groot belang is. Zowel te zware inspanning (overbelasting) als weinig activiteiten (onderbelasting) heeft nadelige effecten op de kwaliteit en conditie van onze spieren, gewrichten en botten. Een reumapatiënt zal de intensiteit van werk en sport zo nodig moeten aanpassen aan de ernst en activiteit van de reuma-aandoening. In fases met actieve gewrichtsontstekingen moeten de betreffende gewrichten niet zwaar belast worden. Voor uw individuele situatie krijgt u van de reumatoloog of paramedici zoals de fysiotherapeut en ergotherapeut algemene adviezen voor de mate van lichamelijke belasting. Een bedrijfsarts en/of een keuringsarts neemt uiteindelijk de beslissing of een reumapatiént wel of niet zijn werk mag blijven doen, of geschikt wordt geacht om vervangend werk te doen.
     
  8. Ik heb een vraag over bijvoorbeeld reuma en werk, woningaanpassing of seksualiteit.
    Informatie over deze onderwerpen vindt u op de website van ReumaNederland (voorheen Reumafonds). U kunt met deze vragen ook terecht bij de reumaconsulent.
     

Actieve reuma

  1. Mijn gewricht is pijnlijk, gezwollen en warm. Wat nu?
    Neem contact op met de polikliniek reumatologie. In overleg met de reumatoloog krijgt u advies.
     
  2. Mijn gewrichten blijven na 2 weken gebruik van de voorgeschreven medicijnen nog steeds pijnlijk en gezwollen. Wat nu?
    Neem contact op met de polikliniek reumatologie. In overleg met de reumatoloog krijgt u advies.
     
  3. Ik heb een injectie (Kenacort® / triamcinolon) gehad, maar heb nog altijd veel klachten. Wat moet ik doen?
    Het kan wat langer duren voordat een injectie effect heeft. Geef het 2 weken de kans. Als u ook NSAID’s voorgeschreven heeft, is het van belang deze volgens voorschrift te gebruiken. U kunt daarnaast eventueel tot driemaal per dag 2 tabletten van 500 mg paracetamol nemen. Zijn uw klachten na 2 weken nog niet verminderd neemt u dan telefonisch contact op met de polikliniek. 
     

Medicijnen

  1. Mijn medicatie is op en ik heb op korte termijn geen afspraak bij de reumatoloog.
    Herhaalrecepten voor specifieke reumamedicijnen kunt u aanvragen via de polikliniek en worden binnen 3 werkdagen gefaxt naar uw apotheek.
    De meeste medicijnen kunnen op recept worden aangevraagd bij de huisarts.
    Vraagt u bij voorkeur elk controlebezoek bij de reumatoloog om herhalingsrecepten, om tussentijdse verzoeken te beperken.
     
  2. Kunnen NSAID’s en Paracetamol samen gebruikt worden?
    Ja, dit kunt u samen gebruiken. Het is belangrijk dat u zich aan de voorgeschreven dosering houdt.
     
  3. Mag ik naast Methotrexaat een NSAID gebruiken?
    Ja, dit kunt u samen gebruiken. Het belangrijk dat uw bloed wordt gecontroleerd.
     
  4. Mag ik de pijnstillers stoppen?
    Als er geen pijnklachten zijn, dan mag u stoppen. Pijnstillers zijn de enige medicijnen die u, volgens voorschrift op het doosje, zelf mag regelen. Gebruikt u reumaremmers, dan gaat elke verandering in overleg met de behandelaar.
     
  5. Ik ben net begonnen met een nieuw medicijn en nu heb ik last van koorts of een bijwerking. Wat moet ik doen?
    Het is verstandig hierover meteen contact op te nemen met de polikliniek. Stop het medicijn totdat u een reactie terug hebt gekregen van de reumatoloog of de verpleegkundige.
     
  6. Moet ik altijd een maagbeschermer gebruiken als ik reumamedicijnen neem?
    Uw reumatoloog beoordeelt of u een maagbeschermer moet gebruiken. Krijgt u maagklachten na starten van reumamedicijnen, overleg dan met uw reumatoloog.
     
  7. Soms hoor je in het nieuws dat er nieuwe goedwerkende reumamedicijnen zijn. Kan ik die als reumapatiënt ook meteen krijgen?
    Dit moet u navragen bij uw behandelend reumatoloog. De laatste jaren zijn er veel ontwikkelingen op het gebied van medicijnen tegen ontstekingsreuma. Diverse nieuwe medicijnen zijn geregistreerd voor ontstekingsziekten zoals Reumatoide artritis of Artritis psoriatica. In overleg met de Zorgverzekeraars zijn er in Nederland richtlijnen opgesteld, onder welke voorwaarden een patiënt behandeling mag starten met een nieuw medicijn. Er moet in ieder geval sprake zijn van ziekteactiviteit onder uw huidige medicatie.
     
  8. Als je begint met reumamedicijnen kom je er dan nog ooit van af?
    Dit is afhankelijk van de aard van de reumatische aandoening en van de agressiviteit van de ziekte. Nadat eerst de juiste medicijnen worden gezocht om de ziekte goed onder controle te krijgen, wordt daarna bekeken of in een rustige fase van de ziekte de medicatie kan worden verminderd of zelfs helemaal gestopt kan worden. Medicijnen worden natuurlijk ook gestopt als ze niet aanslaan of als ze te veel bijwerkingen geven. Bij een gedeelte van de patiënten met gewrichts- of spierreuma blijkt dat de ziekte weer actief wordt en blijft men dus van medicijnen afhankelijk. Een gedeelte van de patiënten kan definitief stoppen. Tot slot keert bij een deel van de patiënten de ziekteactiviteit in een later stadium (soms wel pas jaren na het stoppen van de medicijnen) terug. Hervatten van de medicatie kan dan nodig zijn.
     
  9. Hebben biologicals bijwerkingen?
    De meest voorkomende bijwerkingen van biologicals zijn: huidreacties (als gevolg van het injecteren) en bovenste luchtweginfecties. Verder kunt u door het gebruik van biologicals extra gevoelig zijn voor infecties.
    Reumapatiënten die dit medicijn gebruiken, hebben een verhoogd risico op niet-melanome huidkanker. Uit een Zweeds wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit risico niet volledig worden toegeschreven aan het gebruik van dit medicijn. Wij adviseren u regelmatig de huid te controleren: check je vlekje - Huidkanker
     
  10. Ik krijg prednison (of prednisolon). Welke bijwerkingen kan ik verwachten?
    Prednison kan veel bijwerkingen hebben:
  • het bevordert de eetlust, dit kan als gevolg hebben dat u zwaarder wordt
  • de verdeling van het lichaamsvet verandert, waardoor het gezicht, de nek en de buik dikker kunnen worden
  • bloeduitstortingen in de huid treden sneller op, dit gebeurt vooral bij oudere mensen
  • het kan de bloeddruk wat verhogen en verhoogde bloedsuikers geven. Soms kan het suikerziekte uitlokken
  • het kan ontwikkeling van staar versnellen
  • het is niet goed voor het bot

    Deze opsomming is lang niet volledig. De bijwerkingen hangen veelal af van de dosis en de duur van de prednisonbehandeling. Langdurige behandeling met hogere dosering geeft de meeste bijwerkingen. Kortdurende behandeling met hogere doses en langer durende behandelingen met zeer lage doses zijn minder ongunstig. Daarom wordt er ook naar gestreefd de dosering zo laag mogelijk en de duur van de behandeling zo kort mogelijk te houden. Ook de wijze van toediening speelt een rol. Injecties met cortisonpreparaten in de spier hebben minder nadelen en injecties van corticosteroïden in gewrichten hebben nauwelijks gevolgen voor het lichaam.
    Wat u zelf kunt doen is vanaf het begin uw eetlust onder controle houden. Zorg voor voldoende calcium en vitamine D in de voeding met het oog op de botten. Calcium zit met name in zuivelproducten. Eventueel kan dit aangevuld worden met calciumtabletten. In sommige gevallen is het verstandig meteen te starten met medicijnen tegen botontkalking (osteoporose). Goed in beweging blijven is natuurlijk ook belangrijk om sterke botten te houden.
     
  1. Wanneer mag ik onderstaand biologicals (infuus of injectie) NIET hebben?
  • Infliximab ( bijvoorbeeld Remsima®, bijvoorbeeld Remicade®)
  • Rituximab (bijvoorbeeld Mabthera®)
  • Cyclofosfamide (bijvoorbeeld Endoxan®)
  • Abatacept (bijvoorbeeld Orencia®)
  • Tocilizumab (bijvoorbeeld Ro-actemra®)
  • Etanercept (bijvoorbeeld Enbrel®)
  • Adalimumab (bijvoorbeeld Humira®)
  • Golimumab (bijvoorbeeld Simponi®)
  • Certolizumab pegol (bijvoorbeeld Cimzia®)
  • Ustekinumab (bijvoorbeeld Stelara®)
  • Secukinumab (bijvoorbeeld Cosentyx®)
  • Tofacitinib (bijvoorbeeld Xeljanz®)
  • Apremilast (bijvoorbeeld Otezla®)


Mag u niet hebben:

  • als u wondjes heeft: Let hierbij vooral op wondje door het knippen van (teen)nagels, (steen)puisten, uitslag of gebitsproblemen?
  • als u koorts heeft
  • als u keelpijn heeft
  • als u hoest of benauwd bent
  • als u diarree heeft
  • als u pijn heeft bij het plassen
  • als u antibiotica gebruikt
  • als u bijwerkingen heeft gehad van een vorige infuus
  • als u een zwangerschapswens heeft of zwanger bent
  • als u binnenkort geopereerd moet worden
  • als u binnenkort een (bloedige) behandeling bij de tandarts krijgt
  • als u contact heeft gehad met TBC-patiënten
  • als u plannen heeft om binnenkort naar het buitenland te gaan
     

Neemt u in bovenstaande gevallen contact op met de polikliniek om uw behandelend reumatoloog op de hoogte te stellen en u te adviseren.

  • in geval van niet alarmerende griepverschijnselen: stel het infuus of injectie uit of sla 1 x over
  • in geval van een infectie: ga naar uw huisarts of er sprake is van een infectie waar behandeling voor nodig is. U onderbreekt de behandeling tot de (antibioticum)kuur is afgelopen en u zich weer beter voelt
     
  1. Ik ben de patiëntenfolder over mijn medicijn kwijt. Waar vind ik nu informatie over mijn medicijn?
    U krijgt informatie mee op papier. U vindt deze informatie ook digitaal op de website onder folders
     

Uitslag onderzoek

  1. Hoe krijg ik de uitslag van het bloedonderzoek?
    Mochten uw bloedwaarden afwijken, dan nemen wij contact met u op. Hierbij geldt: geen bericht is goed bericht. Tijdens uw volgende consult kunt u uiteraard vragen naar uw bloedwaarden en kunnen wij deze met u doornemen.
     
  2. Wanneer krijg ik de uitslag van het röntgenonderzoek?
    Röntgenfoto's worden tijdens het volgende consult met u besproken. De arts heeft de foto's bekeken. Als het nodig is, dan nemen we eerder contact met u op.
     
  3. Mag ik elders bloedprikken?
    Als u op locaties van Noordwest Ziekenhuisgroep of prikpunten van Starlet bloed laat prikken, dan is het gegarandeerd dat de uitslag ook beoordeeld wordt door de arts. Bloeduitslagen van elders komen niet altijd goed of tijdig bij de polikliniek terecht.
     

Tandarts en operatie

  1. Ik moet een tandheelkundige ingreep ondergaan. Wat moet ik met mijn medicijnen doen?
    In de periode voor, tijdens en na een operatie en bij een tandheelkundige ingreep kunt u Methotrexaat blijven innemen. In de doseringen die de reumatoloog toepast is er geen invloed op de wondgenezing.
    Als u medicatie tegen osteoporose gebruikt, neem dan contact op met uw reumatoloog.
     
  2. Ik moet geopereerd worden. Wat moet ik met mijn medicijnen doen?
    U brengt de reumatoloog op de hoogte van de operatie. Uw reumatoloog bekijkt welke medicatie u kunt blijven gebruiken en welke eventueel tijdelijk gestopt moet worden.
    Ook is het van belang dat u de behandelend arts en anesthesist op de hoogte stelt van uw medicatie. Daarom is het verstandig altijd een actueel overzicht van uw medicatie bij de apotheek op te halen en deze mee te brengen bij een bezoek aan een arts.
     

Griepprik en vaccinaties

  1. Mag/moet ik jaarlijks de griepprik halen?
    Heeft u een verminderde weerstand en gebruikt u bepaalde reumamedicijnen (methotrexaat en biologicals) dan adviseren we om elk jaar de griepprik te halen. Zo wordt de kans op de griep verkleind of vermindert een eventuele complicatie bij griep.
    Let op: Als u een zogenaamde biological gebruikt, adviseren we u om de griepprik precies tussen 2 injecties in te krijgen.
     
  2. Ik heb reumamedicijnen en wil een reis gaan maken waarvoor ik vaccinatie(s) nodig heb. Mogen die vaccinaties worden gegeven?
    De medicijnen die worden gebruikt bij reumatische ontstekingsziekten zoals prednison en specifieke anti-reumatica zoals Methotrexaat en biologicals werken afweer onderdrukkend. Dat betekent dat de eigen afweer van de patiënt wordt geremd en dat men daarom gevoeliger wordt voor het krijgen van infecties. Het is daarom goed om optimale bescherming te hebben tegen infecties die u kunt oplopen.
    De meeste vaccinaties kunnen tijdens het gebruik van bovengenoemde medicijnen worden gegeven: dit geldt voor de zogenaamde niet-levende vaccins.
    Als het echter een levend vaccin betreft, mag dit in het algemeen NIET worden gegeven. Als u reumamedicatie gebruikt, overleg dan altijd eerst even met uw reumatoloog en GGD-arts vóórdat u een vaccin laat toedienen.
    Er is een vaccinatiepoli in het ziekenhuis waar u naar verwezen kan worden.
    Omdat de genoemde reumamedicijnen de afweer verminderen, kan het zijn dat de vaccins minder effectief zijn dan bij mensen met een normale afweer. U bent dus na vaccinatie niet zonder meer maximaal beschermd en moet rekening blijven houden met goede hygiëne. Lees meer informatie op de volgende sites:

Machtiging

  1. Ik heb een machtiging nodig, bijvoorbeeld voor een brace of pedicure. Hoe kom ik hieraan?
    Stel deze vragen bij voorkeur tijdens uw afspraak. Mocht u niet binnen afzienbare tijd een afspraak hebben, dan kunt u telefonisch contact opnemen met de polikliniek.
     

Medische gegevens of verklaringen

  1. Het UWV, de bedrijfsarts of advocaat vraagt om gegevens. Kunnen jullie die toesturen?
    De instantie moet zelf de gegevens per brief, met bijgevoegd toestemmingsformulier van u, opvragen. De reumatoloog maakt dan een brief voor de betreffende instantie met antwoord op de gestelde vragen.
     
  2. Ik ben elders bij een reumatoloog behandeld, maar ik wil overstappen naar Noordwest Ziekenhuisgroep. Wie vraagt mijn gegevens op?
    U bent zelf verantwoordelijk voor het opvragen van uw medische dossier in het ziekenhuis waar u behandeld werd, volgens het daar geldende protocol.
     
  3. Hoe kan ik mijn medische gegevens opvragen?
    U kunt schriftelijk een verzoek indienen voor het opvragen van uw medische gegevens, met een kopie van uw identiteitsbewijs hier bijgevoegd. Hier zijn altijd kosten aan verbonden. Meer informatie leest u in de folder ‘Aanvraag inzage, afschrift en wijziging medisch dossier’
     
  4. Hoe kan ik een second opinion krijgen?
    Een second opinion moet worden aangevraagd door uw behandelend arts (huisarts of specialist). Na ontvangst van de relevante gegevens wordt de afspraak gemaakt. Lees meer in de folder ‘Second opinion en/of overstap naar ander ziekenhuis’
     
  5. Hoe lang is de wachtlijst?
    Voor patiënten met spoedeisende reumatische ziekten is er geen wachtlijst. Voor patiënten die voor onderzoek komen van lang-bestaande klachten van het bewegingsapparaat, wisselt de duur van de wachtlijst. Kijk voor de wachttijden van dit moment op de pagina wachttijden polikliniek
     
  6. Wat zijn de kosten van mijn behandeling?
    Meestal zijn de kosten pas bekend na uw bezoek aan de reumatoloog, als diagnose en behandeling bekend zijn. U kunt contact opnemen met de afdeling zorgadministratie. Lees meer informatie bij kosten en vergoedingen
     
  7. Mijn persoonlijke gegevens zijn veranderd. Waar moet ik dit wijzigen?
    Let er altijd goed op dat uw persoonlijke gegevens die bij ons bekend zijn kloppen. Denk hierbij aan uw adresgegevens, telefoonnummer, huisarts en zorgverzekeraar. Het is belangrijk dit zo spoedig mogelijk na de wijziging door te geven. Wacht hiermee niet tot uw eerstvolgende afspraak. U kunt zelf uw gegevens wijzigen via het patiëntenportaal Mijn Noordwest. Lukt dit niet, neem dan even contact op met de polikliniek reumatologie.


> terug naar specialisme reumatologie

Laatst bezochte pagina's

U bent hier: Veel gestelde vragen over reuma