Nierstenen

 

Een niersteen (urolithiasis) ontstaat door de groei van kleine kristallen in de nier. Nierstenen komen vooral voor bij mensen tussen de 30 en 50 jaar; meestal zonder aanwijsbare reden. Ze kunnen vervelende klachten geven.

Meer over nierstenen

Nierstenen kunnen onstaan door: 

  • een stofwisselingsstoornis
  • chronische urineweginfecties
  • te weinig drinken
  • het gebruik van bepaalde medicijnen 

De urine kan dan extra veel afvalstoffen bevatten. Uit deze afvalstoffen kunnen kleine kristallen ontstaan. Deze kristallen worden bij de meeste mensen gewoon uitgeplast zonder problemen. Als deze kristallen achterblijven in de nieren, kunnen nierstenen ontstaan. 

Het kan zijn dat u door één of meer nierstenen last heeft van: 

  • koliek (aanvalsgewijze krampende pijn). U kunt bij een pijnaanval niet rustig blijven zitten of liggen
  • pijn in de onderrug/ in de zij. De pijn kan uitstralen naar lies, bovenbeen, balzak of schaamlippen
  • misselijkheid
  • braken
  • zweten
  • infecties
  • vaak moeten plassen
  • bloed in urine

De kans op een niersteen is kleiner als u voldoende drinkt, niet te veel zout gebruikt en niet te veel vlees eet. 

Websites met meer informatie

Verwante afdelingen