Voor de behandeling van kanker of van uitzaaiingen (metastasen) van kanker kunt u bestraling krijgen. Bestraling kan de ziekte niet meer genezen. We noemen dit een palliatieve behandeling. Het doel van de behandeling is:
Gesprek radiotherapeut – oncoloog (bestralingsarts)
U krijgt eerst een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. Tijdens dit gesprek bespreekt de radiotherapeut met u:
CT-scan
Bij de CT-scan maken we foto's van het te bestralen gebied. Met deze foto's kunnen we bekijken hoe de bestraling uitgevoerd gaat worden. Tijdens de CT-scan bepalen we ook de houding die tijdens de bestraling nodig is. Om deze houding steeds terug te vinden, brengen we markeringen op uw huid aan. Deze markeringen bestaan uit inktlijnen. Wanneer u bestraling krijgt op het hoofd, nek- of schoudergebied, wordt er een fixatiemasker gemaakt. Als dit nodig is krijgt u hierover uitleg.
Tijdens de bestraling ligt u in dezelfde houding als bij de CT-scan. Om dit te controleren maken wij dagelijks foto’s tijdens de bestraling. Van de bestraling zelf merkt u helemaal niets. De totale afspraak duurt tussen de 10 en 20 minuten.
De behandeling kan bijwerkingen geven. De mate waarin u hier last van krijgt is per persoon verschillend en is afhankelijk van het gebied dat we bestralen. Dit bespreekt de radiotherapeut met u.
Verdere informatie krijgt u tijdens het gesprek met de radiotherapeut. U krijgt dan ook de behandelwijzer radiotherapie mee met alle belangrijke informatie. Tussendoor kunt u uw vragen stellen aan degenen die u begeleiden tijdens de behandeling. Omdat u veel informatie krijgt raden wij u aan om bij alle gesprekken iemand mee te nemen.