Bij een refractieafwijking ziet u niet scherp meer. Om scherp te zien is het nodig dat lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Als u goed ziet, zorgen het hoornvlies en de lens in het oog ervoor dat op het netvlies een helder beeld ontstaat, als u in de ver kijkt. Scherpstellen om dichtbij te kijken gebeurt door het instellen van de ooglens (accommoderen). Dit is mooi te vergelijken met een fotocamera: bij een camera zorgt het verstellen van de lens ervoor dat binnenvallende stralen zo door de lens worden gebroken, dat ze precies op de film samenkomen. Dan wordt de foto scherp.
Het kan zijn dat de sterkte van uw hoornvlies en ooglens niet goed in verhouding staan tot de lengte van de oogbol. Dan vallen de lichtstralen uit de buitenwereld bij het veraf kijken niet precies op het netvlies. U ziet dan niet scherp. Dat is geen oogziekte of zwakte, maar een refractieafwijking.
Wat merkt u van een refractieafwijking? Er zijn verschillende vormen van refreactieafwijkingen:
U bent hier: Refractieafwijking